Liefdesgedichten
Ik wou dat ik de zon kon zijn
Ik wou dat ik de zon kon zijn
dan zou ik je verlichten
en verwarmen
Met mijn stralen
zou ik je strelen
en omarmen
Ik wou dat ik de wind kon zijn
dan zou ik je strelen
met mijn vlagen
Ik wou dat ik de aarde was
dan kon ik je ondersteunen
en je dragen
Ik wou dat ik de lucht kon zijn
aan alle kanten
kon ik je dan omhullen
Ik wou dat ik het water was
dan zou ik jou verfrissen
en je mondje vullen
Ik wou dat ik
bij jou kon zijn
Maar ik ben alleen
maar een verliefde dwaas
die jou verveelt
met dichterlijk gedaas
Eindhoven 1978
Wat ik jou wil zeggen
Oneindig veel
en eigenlijk niets
heb ik aan jou te zeggen
Jouw hand
zou ik zachtjes
in de mijne willen leggen
Mijn hoofd
zou ik zwijgend
naast het jouwe willen neigen
En dan
in stille Liefde
samen zwijgen
Biarritz 1975/76
Voor wie zal ik zingen?
Zoals in vroeger eeuwen
edelen en minnestrelen
hun jonkvrouwen bezongen
zo wil ik de liefde bezingen
Maar voor wie zal ik zingen?
Mijn geliefde verdween
Ik was opeens weer alleen
Alsof de zon niet meer scheen
Nu de wolken zijn verdwenen
weemoed als een nevel is geweken
maar de zon van liefde is gebleven
in dit diep doorleefde leven
weerkaatst mijn hart haar stralen
in zangen voor de geliefde
die mij niet alleen zal laten:
voor de Eeuwige Geliefde
Biarritz 1975/76
De gestalte van de eeuwige geliefde
Achter de gestalte van de geliefde
die misschien ergens is, of nergens is
misschien ooit, of nooit zal komen
wenkt de Eeuwige geliefde naar mij
Maar zij lijkt zo onbereikbaar ver
Ogen kunnen haar niet zien
want zij heeft geen lichaam
Zij is mooier dan ogen kunnen zien
Toch zoeken mijn ogen haar vormen
maar geen enkel lichaam is mooi genoeg
om haar gestalte te geven
Oren kunnen haar niet horen
Haar stem is stiller
dan oren kunnen horen
Toch luistert mijn oor
steeds naar stemmen
op zoek naar de hare
Maar geen stem is in staat
om haar hoorbaar te maken
Vingers kunnen haar niet strelen
Zij is zachter dan vingers kunnen voelen
Toch willen mijn handen haar strelen
maar haren en lokken zijn niet zacht genoeg
om haar tastbaar en voelbaar te maken
Verlangens kunnen haar niet bereiken
want zij is dieper dan het diepste verlangen
Toch verlang ik naar haar liefde
maar geen geliefde lijkt lief genoeg
om haar liefde gestalte te geven
want zij is liever dan de liefste geliefde
Gedachten noch beelden kunnen haar vatten
Zij is dieper dan denken zich dompelen kan
Toch zoek ik onder aardse vormen
naar een gezicht dat lijkt op het hare
een gestalte teer en rankj als de hare
en stem lief en zacht als de hare
naar een hart als het hare
Maar ik vond haar nog niet
Soms vond ik haar in stilte binnenin
Maar zonder ogen, zonder haren
Zonder stem en zonder een gezicht
Zij leek gevormd door louter licht
Haar ogen met peilloze diepte
waren van licht en van liefde
Haar hele gezicht was van liefde
Haar lichaam zo onbegrensd als de liefde:
de gestalte van de eeuwige geliefde
Biarritz 1975/76
Blijf bij mij
Op sommige momenten
streelt de zachte wind van uw adem
het verstilde water van mijn ziel
En als ik zeg: ‘blijf bij mij’
ben je verdwenen
Maar de golven van vreugde
die je beroering achterliet
zeggen mij dat je terugkomt
en altijd bij mij zal blijven
als mijn ziel als een windstil water zal zijn
Opdat de adem van jouw liefde
mijn windstille ziel mag strelen
en beroeren in rimpelingen
van de meest verfijnde vreugde
Op sommige momenten trillen
de tere snaren van mijn ziel
op de maten van je hemelse melodieën
En als ik zeg: ‘blijf bij mij’
bent je verdwenen
Maar de klanken die nog nagalmen
door de holte van mijn hart
zeggen mij dat je terugkomt
en altijd bij mij zal blijven
Als alle snaren van mijn ziel
zuiver zijn gestemd in je zingende stilte
opdat jij je altijd mag verheugen
in het bespelen van mijn ziel
Op sommige momenten weerspiegelt
mijn verstilde ziel de glimlach
van jouw stralende gelaat
En als ik zeg: ‘blijf bij mij’
bent je verdwenen
Maar in de stille diepte van mijn ziel
glanst nog het beeld van je glimlach
die mij verzekert dat je terugkomt
en altijd bij mij zal blijven
Als mijn ziel zo zuiver is
als een zilveren spiegel
opdat jij je glimlach kunt aanschouwen
en naar alle kanten kunt weerkaatsen
naar alle mensen hier op aarde
Wassenaar 1977/78
Mijn nimmer rustende verlangen
Mijn nimmer rustende verlangen
mijn immer drijvende drangen
lossen soms op in liefde zo zacht
die niet meer hoopt niet meer verwacht
Die niet meer vraagt en niet meer denkt
alleen maar is alleen maar schenkt
die niet meer wenst niet meer wil streven
die overvol is en wil geven
Wassenaar 1977/78
Verlangen in vlagen
Mijn verlangen is zo groot in vlagen
die ik amper kan verdragen
Het dijt uit in de oneindigheid
en komt tot rust in zaligheid
Het is of m’n verlangen even zwijgt
mij overstijgt zich naar jou neigt
en ik voel alle weemoed, al het lijden
in grenzeloos geluk met jou verglijden
Eindhoven 1979
Als twee zielen elkaar vinden*
Uit iedere mensenziel
ontspringt een prachtig licht
recht op de hemel gericht
Wanneer de twee zielen
die voor elkaar bestemd zijn
elkaar in liefde vinden
komen hun stralen samen
en verbinden zij zich
in één groot licht