Over de Dood
Voor mijn vader 1999 05 26 
Na het bericht van terminale longkanker
Het einde

Een man met zilverwitte haren
zit naar de andere kant te staren
naar waar hij heen zal gaan
wanneer hij hier vandaan
zal gaan, zoals zijn levenslot
beschikt is door de wil van God

Hij opent zijn vermoeide ogen
nog heel even naar vermogen
Ziet naar wat hem dierbaar was
en voelt het einde nadert ras

Nog maar even
duurt zijn leven
Niets meer na te streven
dan het grote overgeven

Vreugde, vrees, verdriet en pijn
Hij laat het gaan en laat het zijn
Ik ben met hem begaan
maar laat hem gaan

van mijn vader 1999 06 10
na zijn  overlijden
De laatste adem

In een niet te vatten vrede
is hij in een zucht verdwenen
waar het aldoordringend licht
vanaf de aanvang heeft geschenen

Het leek alsof we even dreven
in een niet te vatten vrede
waarin hij is gebleven

Door ontroering aangegrepen
in een diep verdriet bekeken
wij wat van hem overbleef
een levenloze vorm van vlees
waaruit zijn ziel verrees

De glimlach op zijn vredige gezicht
toonde in een glimp de sfeer van het licht
waarheen zijn ziel zich heeft begeven
in een onuitsprekelijke vrede

1999 06 27
Een vraag aan mijn vader

In de lucht vliegen de vogels
Daarachter bewegen de wolken
Daarachter het hemelse blauw
Maar daarachter: wat zit daar nou?

Waar is mijn vader gebleven
sinds hij verdween uit dit leven?
Ik vraag aan de zon en de wind
Zeg mij waar ik hem vind

Is hij versmolten met het heelal?
Of doolt zijn ziel nog bij de stal
waar hij tijdens zijn leven
de koeien zo vaak heeft bekeken?

Ik vraag het de vogels, de wolken
de koeien die net zijn gemolken
Ik vraag het de wind en de golven
die troostend het antwoord vertolken:

Waar hij zich ook heeft begeven
hij rust nu in vrede en heeft niet geleden
aanvaardde zijn dood als gegeven
dat nu eenmaal hoort bij het leven

Leef in het heden
Laat het verleden
Laat hem in vrede
en leef in het heden

2004 12 26
Na het heengaan van mijn moeder
Dichtbij

Soms lijk jij zo dichtbij
dat ik je haast kan raken
en met je kan praten

Je lijkt mij zo nabij
dat ik je misschien
bijna horen kan en zien

Ik voel de band
die ons verbindt
als moeder en kind

Maar als ik mijn hand
naar je uitstrek
mijn blik en mijn stem

in stilte tot je wendt
tast ik in lege duisternis
waarin jouw liefde levend is

Zowel de dood als het leven
zijn door een stilte omgeven
In die stilte ben jij gebleven
voorbij de dood en het leven

2019 10 07
Nabij gebleven

Zij voelde heel nabij
Alsof zij zachtjes zei
Ik ben van alles vrij

Ik heb mijn huis verlaten
en aanvaard mijn lot gelaten
nu ik alles achter heb gelaten

Ik ben geen ‘ik’ meer
maar ik ben veel meer
en kijk nu op mijn leven neer

Mijn leven is voorbij
Ik ben van alles vrij
opgelucht en blij

2007 12 03
Volkel
Na het overlijden van mijn schoonmoeder en schoonzus
Bloemen op het graf

Wanneer de laatste bloemen zijn verwelkt
de aanloop langzamerhand vermindert
blijft een gevoel dat knaagt, soms hindert
en is er niets dat in de donkere dagen helpt

Bloemen op het graf verwelken
Praten wil niet altijd helpen
Je staat er vaak alleen voor
Maar het leven gaat toch door

Als de bloemen op het graf verwelkt zijn
dierbare verhalen keer op keer verteld zijn
dan wordt het langzaam stil om je heen
en ben je vaak met je gevoel alleen

Toch vult de leegte zich met liefde
Het hart vindt nieuwe vreugde
vanuit een plek voorbij de dood
De troost is daar oneindig groot

De Steeg 1997
Het leven duurt maar even

De mooiste momenten
in ons eindige leven
duren maar even

Bloemen in hun volle bloei
beginnen weldra te verwelken
Als bomen op z’n mooist zijn
laten zij hun bladeren
en vruchten vallen

De zon schijnt op z’n mooist
vlak voor hij onder gaat
Nog voor het leven ten volle
in het licht gekomen is
is het haast alweer voorbij

Als bloesems verwelken
groeien er vruchten
Gevallen vruchten
brengen nieuwe bomen voort
De afgevallen bladeren
geven weer vruchtbare grond

Het mooist schijnt de maan
als de zon is ondergegaan
Het mooiste einde
is een hoogtepunt
Zo is ieder einde
ook een nieuw begin

Het licht gaat niet uit
maar het gaat over
in een groter licht
Het eindige leven
duurt slechts even
maar het licht is eeuwig

2003 10 21
Donkere stilte

De slaap is de zuster van de dood
een wonderlijke stille reisgenoot
die zwijgend als een graf
ons thuisbrengt terug bij af

Een donkere stilte omgeeft het leven
Waarom zijn wij daar niet gebleven?
Waarom zijn wij daaruit voortgekomen
in een leven van dolen en dromen?

Op een droom lijkt soms het leven
een schouwspel in een duisternis
waardoor het leven is omgeven
in de stille grond van al wat is

Een ondoorgrondelijke stille kracht
omgeeft het leven als hogere macht
Alles wat gezien wordt en gehoord
komt uit die wonderlijke stilte voort

Als levens erdoorheen gaan
blijft de stilte stil, onaangedaan
Zal het leven verder gaan?
We weten niet waarheen
Maar in de grond is alles één

2002 12 30
Een vraag nog

Landen bereisd
en zeeën bevaren
trotseerde ik gevaren
Ben bijna gekapseisd

Als een eigenwijs kind
sloeg ik raad in de wind
Ik heb het geweten
Het heeft me gespeten

Het leven ging door
Het eind kwam in zicht
Helder in het licht
rees de vraag: waarvoor?

Van vreugde vervuld
in stilte gehuld
waar geen woord
wordt gehoord

kwam als een antwoord
een lichtende poort
in liefde gehuld
in vrede vervuld

2002 12 06
Het stille vergezicht*

Terwijl ik in het onbegrensde keek
zag ik mijn geboortestreek:
zilveren sloten, groene weiden
zachtjes langs mij glijden

Stralend in een helder licht
in een prachtig vergezicht
Alles was zo teder en zacht
De wereld had een glimlach

Maar wat ik mij het meest bewust
werd was de onbeschrijfelijke rust
Geen wens meer en geen wil
Alles was volkomen stil

Onuitsprekelijk mooi
Vrij van de kooi

*Zo was het voor ik werd geboren
Daarna ben ik dit zicht verloren
Kwam ik klem te zitten in een strik
van een denkend zoekend ik

2014 08 29
De tempel van de ziel

De ziel verblijft
sinds hij op aarde viel
in de tempel van de ziel

Tot de dood hem verdrijft
naar hemelse regionen
waar wij niet kunnen komen

1999 03 05
Overmorgen

Als ik er morgen niet meer ben
of overmorgen of na overmorgen
of op een tijd die ik niet ken
en in de toekomst is verborgen

Wat zou ik voor die tijd nog willen doen?
Wat zou ik voor die tijd nog willen zeggen?
Welke sporen wil ik achterlaten
voordat ze zijn uitgewist?

De draden van het spinrag van mijn leven
waarin de spin verdwenen is in vage mist
hangen er misschien nog even
voor het web is uitgewist

1999 02 21
Tijdelijk

Wat baat het ons
als wij de wereld winnen?
Wat schaadt het ons
als wij de wereld achterlaten?

Wij verblijven hier maar tijdelijk
Wij moeten later hier vandaan
We weten niet wanneer
We weten niet waarheen

We mogen niets meenemen
dan een traag vervagend weefsel
van herinneringen die verbleken
in een aldoordringend Licht

Amsterdam 6 feb 1999
Waar ben je gebleven?*

Bij de dood van een dierbare
Ik had je graag nog eens gezien
omarmd, omhelst misschien

Je bent nu misschien
in een lichtere wereld
waar dichterlijke zielen
soms een glimp van zien

Het land ligt er verlaten bij
nu jij opeens er niet meer bent
Maar zien we in de wolken een gezicht
omstraald door aldoordringend licht?

Het water dat mij altijd troost
stroomt traag en troosteloos voorbij
Maar zien we in de golven geen gezicht
in sprankelend weerspiegeld licht?

Wat is er nog gebleven
van je onvergetelijke leven?
Traag vervagen de herinneringen
zoals een boot vaak rimpelingen
achterlaat in het schitterende licht
als een onvergetelijk gezicht

Een ziel gelouterd in het licht
zendt ons soms een sprankje van dat licht
wanneer ons leven droef en donker is
’uit de wereld van het nimmer dovende licht…
 waar de sferen vervuld zijn met licht…
 waar vreugde en vervulling zijn
 waar wensen zijn vervuld
 en jij onsterfelijk moge zijn’

 *Rig Veda, IX,7,10 vers 7-10
 
*Titel geïnspireerd op het Middeleeuwse gedicht

’Egidius waar bestu bleven?’
toegeschreven aan
Jan Moritoen, voor een gestorven vriend, 13e eeuw

aaaserie.nl/category/memento-mori-headlines

2004 09 12
De ogen van de dood

Bij ziekte jaren geleden
heb ik even de dood
in de ogen gekeken
met een blik zonder strijd

De ogen van de dood
waren stil en groot
leeg en eindeloos wijd
Hij keek mij doodstil aan

Ziek, zwak en aangedaan
zou ik erin zijn opgegaan
als mij niet iets was gegeven
waarvoor ik verder kon leven

Mijn kinderen wil ik op zien groeien
Hen als knoppen open zien bloeien
Mijn leven aan mijn taken wijden
en gelukkig leven zonder lijden

Marreiki.worldpress.com

2002 12 27
Bij ziekte
Het lieve leven

Het leven heb ik lief
Mijn vrouw en kinderen heb ik lief
Zoveel mensen zijn mij lief
Dansend wil ik door het leven gaan

Door ziekte en door ongerief
kwam ik oog in oog te staan
met de eindigheid van mijn bestaan
Het leven heb ik lief

Ook ziekte kent een eind
Ik kom weer overeind
Dan dans ik nog even
door het lieve leven

2016 11 06
Zinloos?

Een zinloze dood
is wat ons wacht
heb ik weleens gedacht

En voelde dan de nood
om daar iets aan te doen
te werken naar een doel

Heb ik mijn leven
hoezeer ook ooit geacht
verwerkelijkt of verkloot?

Het is bijna om het even
Je moet het toch opgeven
heb ik toen ook gedacht

Hoewel het dan ook gaat
om wat je achterlaat
aan blijvend resultaat

2019 09 27
Liefde voor het leven

Is liefde voor de mensheid
iets van de moderne tijd?
En de liefde voor het leven
iets van iedere bekende tijd
dat altijd levend is gebleven?

Is die liefde impliciet aanwezig
in al ons streven in ons leven?
Is de liefde tot het leven
onafhankelijk van bezigheden?

Blijft een diep gevoelde liefde
tot het leven altijd in de diepte
zolang de kracht van leven
aan ons mensen is gegeven?

Of wordt die liefde minder
als we kijken naar de jaren
toen wij nog vol passie waren
zonder schroom en hinder
van beperkingen en kwalen?

Gaat die liefde soms in hoge nood
over in verlangen naar de dood?
Raakt men op het leven uitgekeken
als de levensliefde is geweken?

Maar blijft toch in de diepte
steeds een diepe liefde
en is er zolang wij leven
toch een liefde tot het leven
als een onomstotelijk gegeven?

Of verlangt men al of niet bewust
dan eigenlijk gewoon naar rust?
Aan het eind van het leven
zegt de levenskracht:

‘Het is nu volbracht’
En het zal zich overgeven
aan een hogere macht:
de bron van al het leven

Ons leven gaat dan naar de bron
waar het aardse leven ooit begon
als een wezenlijk onderdeel
van een veel groter geheel

Wat leeft groet naar het licht
2015 05 30
Het licht voorbij de dood

Wat leeft dat wil niet dood
Het redt zich uit de nood
Wat leeft groeit naar het licht
Leven streeft naar evenwicht*

De dood geeft een beklemming
Tenzij het leven zich kan overgeven
aan de bron van al het leven
Ligt de menselijke bestemming
in een meer verlichte staat?

Waarin de zon niet ondergaat
bewustzijn niet verdwijnt
zoals de zon die altijd schijnt
in eindeloos bewustzijn2
‘waarin wij leven bewegen en zijn’3

Een onderliggend veld
waarvan de fysica vertelt
verschijnt in ons bewustzijn
als een stille staat van zijn

Aanvankelijk wordt dit gekend
in slechts een tijdelijk moment
Maar geluk wil permanentie4
en tendeert naar transcendentie

Een staat van rust en evenwicht
gevestigd in het innerlijke licht
dat glimp na glimp verschijnt
en uiteindelijk niet meer verdwijnt

Wanneer het licht niet over gaat
is er blijvend een verlichte staat
waarin een transcendent bewustzijn
in ons oplicht als wij wakker zijn

Tijdens waken, slapen en dromen
wordt het licht ons niet ontnomen
Wat werkelijk is, dat blijft bestaan5
Het is en blijft en zal niet ondergaan

Het is de grond van ons bestaan
waarin de dingen op- en ondergaan
Waar al het andere in verschijnt
en successievelijk weer in verdwijnt

Wie daarin leeft zal niet meer sterven
en wellicht een eeuwig licht verwerven
levend in ‘het licht der eeuwigheid’6
als in een werkelijkheid voorbij de tijd

Tijd is relatief en tijdelijk
en eindigt onvermijdelijk
maar eeuwigheid duurt voort7
een immer nieuwe morgen gloort

Het licht der eeuwigheid
straalt in ons voorbij de tijd
Dagen en nachten verglijden
in donkere en lichte tijden

In een ontwaakt bestaan
is aan een plicht voldaan:
te leven in het innerlijke licht
waarop het leven is gericht

* Zie onder meer S. T. Bok, Het ontstaan van het leven. Hij spreekt van orthostabiliteit en metastabiliteit.
1 Rig Veda 9e mandala 7,11,6-11: Hymne aan Soma, de goddelijke drank van de onsterfelijkheid: “Waar het licht eeuwig is, in de wereld waar de zon in staat, in die onsterfelijke, onvergankelijke wereld.., waar de binnenkamer van de zon is… waar de zon
zijn wil zijn weg volgt, waar de regionen gevuld zijn met licht… waar de regionen van de zon zijn… waar vreugde wordt gevonden… waar geluk, vreugden en genietingen zijn, waar de wensen worden vervuld, maak mij daar onsterfelijk…”
2 Pim van Lommel, Eindeloos bewustzijn
3 Handelingen van de apostelen 17:28
4 ‘Smart zegt ga weg, maar alle geluk wil eeuwigheid, diepe, diepe eeuwigheid”, Nietzsche, Also Sprach Zarathusta. 3e deel, slot, Das andere Tanzlied
5 Bhagavad Gita II-16: ‘The unreal has no being; the real never ceases to be’.  Vertaling Maharishi Mahesh Yogi, aan wie de inzichten in  dit gedicht in eerste instantie grotendeels zijn ontleend, m aar bij nadere beschouwing ook bij anderen zijn te herkennen, zoals hier blijkt
6 Spinoza: sub specie aeternitatis
7 ‘Wij, onze dagen en tijden glijden door Gods hand’, Augustinus, H J Störig, Geschiedenis van de filosofie, deel 1, p 219:
“Zijn onderzoeking over het tijdsbewustzijn en het tijdbeleven is in de geschiedenis van de filosofie – van India afgezien – zonder voorbeeld. Hij vindt dat de tijd niet van ons bewustzijn te scheiden is. Wat is er eigenlijk aan de tijd werkelijk? Bij nauwkeurig toezien, alleen het tegenwoordig ogenblik, het onmiddellijke nu. Verleden bestaat slechts in onze herinnering. Toekomst in onze verwachting. Uit de beperktheid van ons menselijk bewustzijn komt het voort, dat wij het telkens [tijdelijk] zijnde alleen in de verschijningsvorm van het na elkaar kunnen begrijpen. Wat echter uit het verborgene in onverpoosde volgorde voor ons opduikt en aan ons oog voorbij trekt, is voor Gods oog alles tijdelijk tegenwoordig…Deze gedachten hebben aanrakingspunten… met de relativiteitstheorie…
‘Voor de wereld kon er geen tijd zijn…Veeleer is met de tijd ook de wereld geschapen, in zover met haar tevens de beweging, namelijk de wisseling van toestanden begon’”  Civitate Dei, XI.
Tijd is een relatieve vorm van bewustzijn in de tijd en relativiteit. Eeuwigheid is absoluut en transcendent bewustzijn voorbij de tijd, die in het bewustzijn verschijnt met alle verschijnselen die erin verschijnen. “Alle verschijnselen… zijn in  de tijd en staan tot elkaar in verhoudingen van tijd,” aldus Kant, in Störig, deel 2, p 129. Kant noemt tijd “een zuivere vorm van ons innerlijk zintuig”, ofwel een soort van modus van bewustzijn.
Denken en ruimte of materie  zijn ook volgens de relativiteitstheorie niet los te zien van de tijd waarin de opeenvolging van gedachten gebeurt en de materie beweegt (in de tijd).